dinsdag 27 oktober 2015

Lesvoorbereiding beeldend onderwijs 'het monument der wachtende'.



Oriëntatie
Ik begin met het vertellen van een verhaal dat ik een keer heel lang moest wachten. Vervolgens als ik met mijn verhaal de aandacht heb van alle kinderen vraag ik of zij is aan een moment willen denken waarbij ze ook heel lang moesten wachten. Als iedereen zo'n moment in gedachte heeft vraag ik op wat voor manier ze er toen bijstonden. Lag je, zat je, stond je met je handen in je zij?


Uitleg / instructie
Ik vertel aan de leerlingen dat de opdracht is een wachtend mensje te maken van klei en vraag vervolgens aan een aantal leerlingen wat zij voor zich zien als ze aan een wachtend mensje denken.

Voor ik de opdracht uit ga leggen laat ik op een power point een aantal plaatsjes van wachtende mensen zien, zodat de kinderen wat meer inspiratie krijgen.



Ik vraag 3 leerlingen om materiaal uit te delen.

Ik laat ze eerst even 5 minuten experimenteren met de klei. Vervolgens deel ik wat werkbladen uit waar opdrachten op staan die ze moeten uitwerken om kennis te maken met verschillende technieken (als boetseren) en zodat ze op ideeën komen wat ze met de materialen kunnen doen.

Als iedereen de opdrachten heeft uitgevoerd laat ik een aantal kinderen naar voren komen die het voorin de klas voordoen.

Vervolgens vraag ik de kinderen te walken met hun klei. Ik laat zien en leg tegelijkertijd uit hoe walken moet en waar het goed voor is. Daarna mogen ze een balletje van hun klei maken en gaan ze vanuit dat balletje een mensje maken.

Ik doe voor hoe het moet en zeg daarbij dat het heel belangrijk is dat je het mannetje uit één geheel laat komen, want als je er losse stukjes aan vast gaat zetten heb je een grote kans dat die er tijdens het opdrogen vanaf vallen.

De kinderen mogen nu zelf aan de slag en ik loop rond voor hulp.

Wanneer iedereen klaar is vraag ik wie zijn wachtend mensje graag wilt laten opdrogen. Degene die dat willen kunnen hem op de aangewezen plek neerzetten. Voor degene die hem niet willen bewaren vraag ik of ze er weer een balletje van willen maken en er met hun duim een gat in willen drukken en die te vullen met water. 
De kinderen luisteren naar de uitleg. 
De kinderen die een idee hebben mogen hun hand opsteken en als ze de beurt krijgen antwoord geven op mijn vraag.








De kinderen mogen even aanrommelen met het gekregen materiaal.



De kinderen kijken en luisteren naar hun mede klasgenoot.

De kinderen luisteren naar de uitleg en mogen tegelijkertijd meedoen met het walken.


De kinderen kijken en luisteren nog even naar de laatste uitleg.


De kinderen mogen beginnen met kleien.


De kinderen ruimen hun materialen op en gaan weer zitten op hun plek.

Afsluiting

Aan het einde van de les vraag ik de kinderen hoe ze het vonden. De kinderen die hun vinger opsteken mogen antwoord geven. Vervolgens geef ik zelf ook aan wat ik ervan vond: vond ik dat ze goed luisterde en goed mee deden? Wat zou ik de volgende keer graag anders willen zien? Ook geef ik complimenten of de werkjes en bedank ik ze voor hun aandacht.



Selfies met 'Bosbesbossel' en mijn 'Affiche in Jugendstil'. Beeldend.

     
Eva en ik met onze Bosbesbossel

Ik met mijn affiche in Jugendstil. 
        

donderdag 22 oktober 2015

Muziek opdracht 3: Luisteropdracht




Stap 1: Dit lied heb ik gekozen, omdat het een erg herkenbaar stuk is. Verder blijven de films van Disney altijd leuk en zijn er veel leerlingen op de basisschool die dit lied kennen. Verder komen in het stuk verschillende klankkleuren voor. Natuurlijk zijn er ook veel instrumenten en is er gebruik gemaakt van harde/sterke en hoge en lage tonen. Door middel van dit muziek instrument van Philharmonic Disney Orchstra (Belle en het Beest) wil ik de luisterstijlen creatief- en analytisch luisteren gaan stimuleren.

Stap 2: De leerlingen zullen het lied wel herkennen, maar sommige weten waarschijnlijk niet precies waarvan. Verder denk ik niet dat de leerlingen zich gaan richten op de klankkleuren en de hoogte van de noten en dat soort dingen.

Stap 3: Allereerst stel ik de leerlingen een aantal persoonlijke vragen. Deze mogen in tweetallen overlegt worden. Het belangrijkste is dat het allemaal eigen invulling is van de leerlingen zelf. De leerlingen mogen dus antwoorden wat zij willen, want iedereen krijgt ergens een ander gevoel/idee bij. Dus geen één antwoord is fout!
Hieronder staan een aantal vragen die gesteld kunnen worden:
            *Waar herkennen jullie het nummer van?
            *Wat is je gevoel bij het nummer (boos/verdrietig/blij)?
            *Wat voor scene/beeld zie je voor je bij het nummer?

Stap 4: Nadat de leerlingen in tweetallen overleg hebben gehad over het muziekstuk en hun ideeën hebben gedeeld worden er vragen over het muziekstuk zelf gesteld. De leerlingen gaan het muziekstuk dus kritisch analyseren. De vragen die ik hierbij stel zijn:
            *Hoe vaak komt er verandereing van melodie voor?
            *Welke instrumenten hoor je?
            *Komt er herhaling voor in het stuk?
            *Is er veel afwisseling in toonhoogte?

Stap 5: Nadat alle vragen zijn beantwoord hebben de leerlingen als het goed is een goed beeld en gevoel bij het muziekstuk gekregen. De leerlingen mogen daarna een tekening maken die bij het onderwerp past of bij het gevoel dat ze hebben bij het muziekstuk. Hierin zijn ze helemaal vrij bij wat ze willen tekenen.

Stap 6: De leerlingen gaan eerst in duo's nadenken over het muziekstuk. Vervolgens gaan ze er zelfstandig over nadenken. Hierdoor maak ik gebruik van coöperatief leren. Door de vragen die ik stel leren ze nadenken over de betekenis van de muziek en de emoties.

Stap 7: Een passende opening voor dit lief is snel bedacht. Het stuk gaat over Belle en het Beest. Ik denk dus dat het het leukst is als ik een mooie jurk aantrek en voor in de klas ga staan. Ik kan ook als beest verkleed gaan. Hierdoor zullen de leerlingen meteen nieuwschierig zijn naar wat er gaat gebeuren en trek je de volledige aandacht.

Stap 8: De leerlingen hebben als het goed is allemaal een tekening over het muziekstuk gemaakt. Aan de hand van de tekeningen ga ik het muziekstuk nabespreken. Hierdoor kom ik te weten wat voor verschillende emoties, ideeën en gevoelens er worden opgeroepen bij de leerlingen.

Stap 9: 
Feedback medestudent: De feedback van mijn mede student in hieronder in een reactie te lezen. 
Feedback van iemand anders: Ik heb de vragen laten lezen aan mijn moeder. Volgens haar waren de vragen goed geformuleerd en kunnen de leerlingen deze vragen (als ze goed opletten/luisteren) beantwoorden.

Stap 10:
De aanpassingen die ik heb gedaan aan de hand van mijn feedback: Fleur had aangegeven dat ik de vraag 'Welke klanken hoor je? (hoog/laag)' beter kon veranderen in 'Is er veel afwisseling in toonhoogte?'. Ik heb die vraag dan ook veranderd, want zoals Fleur inderdaad al zei, in bijna elk nummer hoor je wel hoge en lage klanken. 

Reflectie verslag 'monument der wachtende'. Beeldend onderwijs.

Opdracht: De opdracht was om een ‘monument der wachtende’ te maken door middel van boetseren.  In de klas stonden de beeldjes van een andere klas dus die heb ik wel even bekeken ter inspiratie. Ik wou wel iets origineels maken, want ik zag al dat er heel veel van hetzelfde was gemaakt. Ik dacht al snel aan een man die aan het liften was langs de weg.


Vorm: In mijn beeldje heb ik diepte proberen te krijgen door kleren en haar te maken. Ik heb dat zo proberen te doen dat je ziet dat z’n shirt op zijn huid zit door dat gedeelte dikker te maken en het niet een geheel is.


Materie: Tijdens het maken van het beeldje heb ik gewerkt met een stuk klei, een potje water en verschillende gereedschappen waarmee je structuren en details kon aanbrengen op je beeldje.
Ik vond het erg leuk met klei te werken. Het was weer is even wat anders dan werken met verf. Ik vind het fijn om te werken met klei, omdat het fijn aanvoelt en je er enorm veel mee kan doen. Stel er is iets fout gegaan dan kan je het gewoon weer veranderen en dat vind ik heel fijn.

Beschouwing: Om mij te laten inspireren heb ik naar de beeldjes gekeken van de vorige klas die nog in het lokaal stonden. Ook had de docent een power point met een aantal beelden en plaatsjes van wachtende mensen.  Zo kom je op veel ideeën, maar die zag ik allemaal al terug komen in het werk van de andere. Ik zelf heb niks qua plaatsjes opgezocht via internet. Ik begon gewoon met het bedenken waar ik aan dacht bij een wachtend persoon. Ineens kwam ik op het idee om een liftende man te maken die wacht tot hij een lift krijgt.

Ik werd gestimuleerd om met het materiaal te werken, door de beeldjes van de andere klas. Je ziet namelijk details die zijn gemaakt met het materiaal, dus dan ga je dat zelf ook gebruiken. 

Werkwijze: Ik heb al best vaak met klei gewerkt, dus ik had wel enig idee hoe ik ermee om moest gaan. Wat ik nieuw heb ontdekt over het werken met klei is dat je voor je ermee gaat werken eerst moet walken met de klei. Dat is een proces waarbij je zorgt dat alle lucht uit de klei word gehaald. Dat is belangrijk bij het opdrogen van de klei. Ook werd me nu pas duidelijk verteld dat je vanuit één geheel moet werken, want als je er losse stukken op gaat zetten heb je een grote kans dat die er bij het opdrogen vanaf vallen. En dat was dan ook hetgeen wat is wel lastig vond. Je had een klomp klei en vanuit daar moet je een hoofd, de armen en benen gaan vormen, dus dat is goed inschatten hoeveel klei je daarvoor nodig hebt.



Onderzoek: 
Stap 1: Iedereen kreeg een klomp klei waar je mee moest gaan walken om alle lucht eruit te halen. Daarna moest je er een bol van maken wat je basis werd van je beeldje. Vanuit die bol moest je een hoofd, hals, armen, benen, buik en voeten halen. Dat was best lastig aan het begin, want je moet heel goed inschatten hoeveel klei je voor elk gedeelte nodig hebt. 


Stap 2: Ik begon eerst met het hoofd en de hals, daarna de armen, vervolgens de benen en vanuit het uiteinde van de armen en benen maakte ik de handen en voeten. Toen ik dat had gedaan ben ik wat vorm aan gaan brengen in het gezicht zoals de hoed, de neus en de kaak. Ook heb ik toen het duimpje uit de hand gehaald wat een van de belangrijkste dingen was van mijn beeldje. Daardoor kan je namelijk zien dat het iemand is die aan het liften is. 




Stap 3: Toen ik dat had gedaan ben ik de klei gaan boetseren met een beetje water om er een mooi en glad geheel van te maken. Op de foto bij stap 2 is bijvoorbeeld te zien dat de arm die hij in zijn zak heeft nog helemaal niet goed bevestigd is aan het lichaam wat wel heel belangrijk is. 








Stap 4: Toen het beeldje zo goed als glad geboetseerd was ben ik met één van de gereedschappen lijntjes gaan zetten. De lijntjes waren voor mij de basis voor de kleren die ik het mannetje wou geven. Ook heb ik lijntjes getrokken die onder de hoed vandaan kwamen, wat haren moeten voorstellen. 









Stap 5: Om het beeldje diepte te geven ben ik de lijntjes die ik had getrokken aan de zijkanten glad gaan strijken om meer het effect te geven dat hij kleren aan had. Ook heb ik in de hals en bij de hand die in de broekzak zit wat klei weggehaald dat je echt ziet dat er diepte verschil in zit. De hals en de hand verdwijnen zo echt in iets. 
Toen ik dat had gedaan was ik klaar met mijn beeldje. 








Dit ben ik met het eindresultaat. 

Wat ik geslaagd vind ik dat ik een origineel wachtend mannetje heb gemaakt. Er was niemand anders die dit idee had, dus dat was wel leuk. Ook vind ik het geslaagd dat ik het mannetje heb kunnen laten staan. Je had namelijk snel het probleem dat het beeldje dan omviel en niet stevig genoeg was, maar daar had ik gelukkig geen last van. Wat ik ook wel goed vond gaan was dat het me vrijwel meteen lukte uit de bol klei een mannetje te vormen met redelijk goede verhoudingen. 

Wat beter kon gaan was het aanbrengen van wat meer detail zoals het maken van de kleren in het beeldje. Ik had daar nog meer aandacht aan willen besteden, zodat je meer het effect hebt dat hij echt kleren aan heeft.